dinsdag 29 juni 2010

Werk en vissen....


O, wat zou ik één dezer dagen graag eens gaan vissen!
Of gewoon even luieren. Even niks!

Nietsdoen. Een zéér nuttige en zwaar ondergewaardeerde activiteit in deze "rat-race-maatschappij".
Je mág zoiets bijna niet meer hardop zeggen, maar ik kán het natuurlijk niet laten. Je krijgt altijd bedenkelijke blikken. Iets van: "Werk jijwel hard genoeg?" & "Het kan niet altijd feest zijn, toch?!"

Waaróm niet dan?!?

Houd jezelf niet voor de gek... leef nu! En mocht u het zich kunnen veroorloven....
néém de tijd en ga lekker vissen!

Karper Diem!

Ondanks dat ik tracht de kunst van het nietsdoen te beoefenen moet er toch af en toe eens gewerkt worden. Brood en spelen moeten er immers ook komen. En niet te vergeten... het dak boven mijn hoofd!

Niet alleen MIJN dak, maar ook dat van mijn vrienden Therponaikes & Marieke en hun kids. Een fijn ruim huis met twee badkamers...go Americain my friend!

Om kort te gaan en in schrijnende tegenstelling tot wat ik hier eerst preekte: weinig....érg weinig vrije tijd voorlopig. Als u eventjes geen stukjes aantreft dan wéét u waarom.

Al zal ik wél 's een visje in het mozaiek loslaten ;)

dinsdag 22 juni 2010

Sigaar en Swingtip...


Een sigaar en de swingtip. Ik hóór u denken; wat heeft dát met elkaar te maken?!

Niks eigenlijk; en toch ook weer alles. In mijn optiek ten minste.

Waarom heb je enerzijds “dry fly-puristen” die hun neus ophalen voor zoiets ordinairs als een mestpiertje en anderszijds vissers die slechts dan pas menen te vissen achter een vaste stok en een pennetje?
En vissers die een klein bergstroompje onbewogen voorbijwandelen maar een onhoudbare drang ervaren zodra er maar een bootje naar zee vertrekt. Dit, om maar eens een paar voorbeelden te noemen. Zoveel mensen, zoveel manieren van vissen. En dus ook zoveel manieren van beleven.

Er is iets wat ons raakt, wat ons hart sneller doet kloppen als we ons weer naar de waterkant begeven. Een verlangen naar een beleving. Een heel nieuw avontuur misschien. Verwachtingsvol uitkijken wat we nu weer gaan tegenkomen Of opnieuw naar die éne speciale plek waar het ooit gebeurde… een rendez-vous met de vis zogezegd.

En als je dan op je plek zit, en aan het vissen bent dan kan het gebeuren dat je iets voelt. Een soort ontspanning die langzaam over je komt en waarbij alle zorgen van de wereld even niet meer lijken te bestaan. Misschien kent u dat ook? Misschien zegt het u niks. Ik zei het al; zoveel mensen, zoveel manieren van beleven.

Om zo’n mooi en - om voor mezelf te spreken – meditatief moment te bekronen steek ik graag een sigaar op.
Nee, niet zo’n kleintje.
Eén die past bij het moment en waarmee je rustig een klein uurtje rooksignalen kunt geven. En altijd, bijna altijd denk ik dan even aan mijn opa.
Een man die érg genoot van zijn sigaar en – op zíjn manier – van het leven.

Hij heeft, voor zover ik weet, nooit een hengel aangeraakt in zijn leven, of…het moeten die van mij zijn geweest.
Om even te bewonderen. Of om te keuren bij een aankoop. Alhoewel zelf geen visser deed ‘ie dat toch met aandacht. Hij heeft blijkbaar altijd erg veel plezier in mijn vissende acitiviteiten gehad. Talloze hengels heb ik van ‘m gehad en elk jaar de sportviskaart. Dat was elk jaar weer zijn kado.
Talloze avonturen heb ik met ‘m gedeeld als ik weer thuiskwam. Soms ging ‘ie ook mee.

Je zou rustig kunnen stellen dat ik zonder mijn niet-vissende opa nooit de sportvisser zou zijn geworden die ik nu ben. Misschien vis ik wel op dezelfde manier als ik anders zou hebben gedaan (al zullen we dat natuurlijk nooit weten). Maar mijn beleving van het geheel is anders. Mijn set herinneringen en associaties die er bij komen kijken zijn mede door hem bepaald.

En dáár hoort, u begrijpt ’t al, die sigaar bij!

vrijdag 18 juni 2010

Het zakje en de Zeelt...


Dinsdag. Het is half vier als ik nog even kan vissen. Ik ben onderweg naar mijn (tijdelijk) vaste plekje waar ik al enige karpers verspeelde aan struweel en sterkte.

Sterkte van de karper en juist het ontbréken daarvan op de haakknoop. Ik heb me voorbereid, beide lijnen vervangen en hoop eerder gemaakt fouten te kunnen vermijden.
Eigenlijk is de plek niet goed voor zo’n lichte visserij. Net te veel takken en onderduikadresjes voor de karper. ’t Is vragen om moeilijkheden…
Wat doe ik dus? Juist…ik zit er weer!

Deze plek heeft al bewezen goed te zijn voor een karpertje af en toe maar ’t is niet het eerste waar ik naar op zoek ben. Ik heb een doel, dit visjaar. Een soort zelfopgelegde missie bijna. Een doel dat Zeelt heet.

Zeelt, mysterieus mooie vis, juweel van de sloten en vanwege z’n kracht ook wel
“de groene karper” genoemd. Een naam die ik graag in ere houd!

Da’s dan ook precies de reden waarom ik graag met wormen en slakjes vis, een geliefd voedsel van deze vis. Mestpiertjes kweek ik zelf en de slakjes zoek ik gewoon op in het gras en op de (onderwater)planten.

Vandaag gaat na een half uurtje de “telefoon”; de swingtip klimt snel de lucht in en blijft gestrekt staan. Rustig hef ik de hengel…meneer Zeelt, bent u daar?

De hengel kromt op een zwaar gewicht. Verder is het even stil.
Dat blijft helaas zo, er zwemt niets aan de andere kant van de hengel. Ik kan het even niet geloven; zo’n voorbeeldige aanbeet en dan toch….
Grond? Zit ik vast?!

Voorzichtigheid is altijd geboden. Het is in het verleden al meerdere keren voorgekomen dat de grond toch achteraf bleek te kunnen zwemmen…en goed ook!

Helaas, helaas! Ik wijs met mijn hengel naar de plek waar mijn lijn in het water verdwijnt en trek voorzichtig aan de lijn. Langzaam komt er beweging in het zaakje en na voorzichtig trekken land ik mijn eerste uitwas van de consumpiemaatschappij anno 2010; een plastic zakje. Keurig voorin gehaakt.

Verder vissen. Opnieuw een aanbeet. Opnieuw vast ook! Maar slechts even.
Ik vermoed dat het koppeltje wormen op de haak dermate vitaal is dat ze ook ónder water de grond in willen. Ik snijd de uitstekende delen af met mijn zakmes en prik die ook op de haak. Mooi compact kluitje krijgen we zo… Waarschijnlijk zijn mijn kansen bij het aanslaan ook iets beter geworden op deze manier. Ik hoop het van harte!

Niet lang daarna sla ik op net zo’n aanbeet als de eerste. De reactie is ex-plo-sief!
Een kolk en een klap op het water zoals ik nog niet vaak eerder meemaakte. Ik zie een deel van een vis even boven water uitkomen.
Het water begint te kolken op de plek waar de vis gehaakt is en met verbazing zie ik toe hoe de vis vecht. Eerst bonkend, dan langzaam naar links vergezeld van dat prachtige getik naast mijn oor van de Penn. Plotseling draait de vis en komt recht op mij af met een snel schot. Ik heb moeite om de lijn onder spanning te houden.
Vlak voor mijn neus, heeft de vis beslist, wil ‘ie het uitvechten. Het water kolkt en bruist als de vis omhoog komt.
Ik sta verbaasd. Ik had iets groters verwacht en hield ook meer rekening met een redelijk grote karper dan dat wat ik nu te zien krijg. Een zeelt. Ik zie nét genoeg om ‘m duidelijk te herkennen en als meneer mij zijn visitekaartje heeft overhandigd -zo lijkt het wel - vind ‘ie ’t nodig een poging te doen de 10 meter sprint voor zeelten iets scherper te stellen. Wát een kracht en wát een snelheid! Prachtig! Ik ben zwaar onder de indruk!
De haak wordt thuisbezorgd. Netjes voor mijn voeten. Als ruil voor het spektakel heeft de zeelt mijn wormen meegenomen. ’t Zij hem (of haar) van harte gegund!
Groei er maar lekker van. Mijn tijd komt nog!

dinsdag 15 juni 2010

Verhalen over falen...




En zondagochtend wéér zo’n ochtend. Vroeg op. Rond zessen meen ik.
Dit keer heb ik er niets voor gedaan, geen wekker of niks. Samen met de vogeltjes word ik wakker. Nou ja…zij zijn altijd iéts eerder.

Terug naar “the scene of the crime”. I want a revenge! Vrij moeiteloos sta ik op. Iets wat rustig bijzonder genoemd mag worden. Ik ben bepaald geen ochtendmens en stá ik op dan ben ik meestal “a slow starter” zoals dat zo fraai heet.

Vissen is bijzonder. Sinds mijn vroege jeugd kan ik me herinneren dat ik opstond op tijden als half drie en dan een uurtje (of meer) fietste naar een plek waar het volgens mij die ochtend zou gaan gebeuren. Ik denk dat daarin het geheim schuilt van het kunnen opstaan en zelfs dat “vanzelf” wakker worden; de verwachting.

En al-tijd gebéurt ’t ook… al-tijd weer! Is het niet een mysterieus mistgordijn wat over de velden hangt, dan is het wel de reiger die pal voor je op het fietspad landt en geschrokken en krassend een doorstart maakt zodra ‘ie z’n fout bemerkt. In die dromerige ochtenden zag ik egeltjes rondscharrelen, een verdwaald hert in een buitenwijk en méér dan eens de raarste diersoort van allemaal; hevig slingerend na een feestje of verjaardag; mummelend in zichzelf of luidkeels brallend, al naar gelang de aard en stemming van het beestje.

Maar niet deze ochtend. Nóg niet althans.

Héél anders dan gisteren. Het is stil. Geen bellen en geen zuchtje wind. Ik vervang acuut mijn swingtip voor de lichtste die er is van deze lengte. Ook 50 cm maar véél dunner; een ragfijn grafiettipje. Het kan het verschil uitmaken nu.
Maar niet na eerst wat hennep en gekiemde mung (het taugéboontje) op mijn voerplek geschoten te hebben. Ook gaat er een handje vlak voor de paaltjes aan mijn voeten. Verder heb ik mij van tevoren al vergewist dat ik toch écht ditmaal ’t aas bij me heb; wormen ditmaal. Rood, gestreept, springerig en…eigen kweek!

Ditmaal liggen er wat meer slakjes en die krijgen de eer om het spits af te bijten.
De vis haalt ongeïnteresseerd zijn neus op lijkt het; ik zie weinig leven in de tip.

Vanuit mijn rechterooghoek zie ik echter een bellenspoor aankomen. Op de plek voor de paaltjes lijkt het even later alsof er een doos bruistabletten is afgezonken. Ook zie ik het water beginnen te walmen. Een flinke stofzuiger met “staartventilator” staat daar beneden te werken! Mijn hartslag gaat iets omhoog en ik haal, zéér langzaam bewegend de hengel iets zijwaarts omhoog en draai rustig de lijn binnen.
Geen geplons als het 5 grams wartelloodje door het wateroppervlak snijdt. Heel kalm om de azende vis niet te verstoren. Zelfs mijn bewegingen beperk ik tot het minimum en dan ook nog een zéér vertraagd.

Ik laat de swingtip zitten maar verwijder de montage met loodjes en siliconeslang en knoop snel de haak weer aan de lijn. Niéts overtolligs. Kale haak & twee grote wormen verdwijnen langzaam wegzinkend onder ’t oppervlak. De lijn tussen startoog en molen trek ik een centimeter of 70 opzij. Lichtjes tussen de vingers en wachtend op wat komen gaat...

Lang duurt het allemaal niet. Een minuut ternauwernood voor de lijn zonder enige aarzeling tussen mijn vingers wordt weggegist en de lijn strakloopt.
Misslaan is bijna onmogelijk hier, zodat ik enige tellen later met een hoepelronde hengel sta. Nog enige doosjes bruistabletten worden opengetrokken en de lijn snijdt strak door het wateroppervlak, van de kant weg. Goed zo! Zoek het midden maar op visje!

Een aantal meters scheurt de vis weg. Een flink bellenspoor in zijn – of haar – kielzog achterlatend. Helaas is dat niet het enige wat de vis achterlaat; na een aantal meters schiet de haakknoop los en veert de hengel terug...... terug naar af!
Ik ben verbijsterd als ik de achtergebleven lijn bekijk. Ik kan nog zien waar de haak heeft gezeten.
Ik zet een nieuwe haak aan, maak de lijn nat en trek rustig aan. pats! Ook de volgende knopen breken té gemakkelijk of glijden onder druk weer van de haak. Dit kan niet de bedoeling zijn. Nou is 12,5/00 en 0,8 trekkracht weinig, maar er is niks over aan reserve. En nee, ik heb een verse lijn.
Ik probeer een andere knoop (de Palomar i.p.v. de kunstaasknoop). Die is wel sterker en slipt niet maar breekt ook te snel.
Hier moet ik iets mee. Later. Ik heb wel een reservespoel maar die bevat dezelfde lijn dus da’s geen optie!

Dan vis ik verder en haak na enige tijd nog een karper. Een paar minuten weet ik ‘m bezig te houden voor ‘ie ook, net als gisterochtend, de takken links van me induikt.
Hier is niets meer te redden; wéér breekt de lijn.

Ondanks het falen en de gebroken lijnen is mijn humeur allerminst gebroken. Ik kom terug!

vrijdag 11 juni 2010

Cyprinus carpio et l'escargot.....


Geen béste berichten de laatste tijd. Gisteravond nog las ik een blog waar ook een hele dag vissen werd beschreven... zónder enig leven. Zo'n bemoediging had ik nét nodig; na de vorige visloze sessies had ik net weer een beetje moed, haha!
Toch naar het water gegaan 's avonds. Vissen zonder hengel. Beetje observeren, beetje gevoerd op wat plekjes en zowaar wat vis zien draaien.
We gaan het wel zien morgen, dacht ik.

Vanmorgen ging dan om 05.00 de wekker. Vrijwel alles stond klaar. Alleen nog even koffie maken en brood en dan de deur uit.
Als ik een half uurtje later het sluisje op het IJsbaanpad passeer flitst het door me heen; de maden! Oei, ik ben de maden vergeten!!! Alles...álles had ik klaarstaan, behalve die beestjes. Ze kruipen nog nietsvermoedend rond in hun bakje in mijn donkere koelkast. Ik rijd maar verder en denk iets van: dan maar met de mung-boontjes vissen. Wie weet vind ik nog wat wormen...'t is nog aardig vochtig aan de grond.

Prachtig roerloos ligt het water er nog bij. Geen rimpeltje. Hier en daar zie ik wat bellenplakkaten; de karpers zijn in elk geval actief! Grote karper zal wel een te hoog gegrepen doel zijn voor mijn ultralight hengeltje maar een bescheiden formaatje is nooit verkeerd immers? Zeelt is ook aanwezig. Die lagen vorige week op een avond te paaien hier. Nu nog vangen!
Mijn zeeltscore staat nog steeds op 0... (en dat frustreert mij lichtelijk).

Na een half uurtje vissen en wat slome tikjes zie ik een slakje naast mij in het gras.
Ik haal in en vervang de mungboon voor het slakje - met huisje en al - en werp in. Nauwelijks is de swingtip getrimd of hij loopt in één keer door naar boven. Ik zoek contact en denk vast te zitten aan de grond. De hengel staat krom tot in het handvat als de grond langzaam begint te zwemmen. Langzaam,
l a n g z a a m....zodat ik denk een grote brasem gehaakt te hebben. Hij wil alleen niét omhoog en dat zijn we hier niet gewend van Abramis Brama... Rustig 5 meter naar rechts, 10 meter naar links en de hengel staat krom als een hoepeltje. Alles gaat héél langzaam en beheerst maar een snel schot als bij een karper blijft gewoon uit. Héél langzaam weglopen dan. Dat fijne zachte "ping ping ping" geluid van de Penn Sargus maakt dat ik er toch wel heel veel lol in heb. Prachtig!
Een flinke kolk op een meter of 10 voor me. De vis vecht tegen de constante druk van de hengel en even denk ik een schaduw te zien. Langzamerhand win ik een paar meter lijn. Dan plots besluit de vis de kant op te zoeken. Net naast me staan een aantal jonge boompjes aan het water en daar zoekt 'ie z'n heil.
Ik vind het geen goed idee en probeer de vis nog uit de kant te jagen met enig gestamp. Het mag niet baten, de vis zwemt zich vast in de takken.
Ongelofelijk. Wát een geluk dat de lijn nog niet gebroken is! (ik vis met 12/00 stylon) Ik houd de lijn onder spanning, loop wat naar links en druk voorzichtig met mijn net in het water, roep wat aanmoedigingen naar de vis om toch maar weer te gaan zwemmen en het wijd op te zoeken. Zowaar, het lukt! Hij scheurt nog een keer naar het midden en wéér weet ik 'm langzaam terug te krijgen. Ik ben al zeker zo'n 5 minuten bezig. Deze creatieve vis , die het over links niet lukt probeert het nu over rechts en schiet opnieuw de kant in. Volgens mij zit 'ie er nog aan maar ik kom niet meer in de buurt. Een hoop takken en doornig braambos verspert mij de weg en we staan in een patstelling, deze vis en ik. Even later breekt het nylon met een droge knal.

Klinkt raar misschien maar nu kan mijn ochtend al niet meer stuk; geen schubben maar wél een mooie ochtend!

Ik weet nu dat de slakken in trek zijn, stop even om in het gras verder te zoeken maar ik vind vreemd genoeg bijna niks; één klein wittig naaktslakje. Het krijgt overwijld zwemles. Wéér is er nauwelijk tijd om de tip te trimmen; de zaak loopt meteen strak en ik sla.... mis! Waarschijnlijk nét te vroeg.

Ik vis verder met boontjes maar het animo is minimaal. Dan bedenk ik dat ik nog niet ónder water heb gezocht. Ik trek een bos waterplanten uit de kant en vind opnieuw slakken. Of het aan de soort slak ligt of de vis op is gehouden met azen, ik weet het niet maar écht bijten doen ze niet meer.

Dan, als ik het net zo'n beetje op wil geven. Kijk ik naast me. Op het roze deksel van het voerbakje ligt een dikke naaktslak. Beetje groot voor haakmaat 8 maarja...ik wil wel eens zien wat er gebeurt.
Helaas, helaas! Mijn haak raakt bij het inwerpen nét een blaadje van de boom naast me. Ik zit vast en de slak vliegt alleen verder. Dag slak.
Even voel ik me heel dom.

De laatste twee waterslakjes gaan mee naar huis. In de vijver. Mogen ze lekker groeien. Je weet maar nooit immers?

donderdag 3 juni 2010

En alwéér zo'n dag...


De naam van mijn blogje doe ik inmiddels eer aan.
Gisteren wéér zo’n dag. Zónder schubben dus.

Vermoeid van vele zaken toog ik naar het water om een poging te doen mijn hoofd wat te laten leegwaaien.
Belangrijke attributen ter verhoging van de feestvreugde waren:

een thermoskan koffie
een forse sigaar
een zelfgemaakt mini-tafeltje (in de testfase).

Sprak ik vorige keer al van een feestelijk bloementapijt; dit keer was het extra mooi: een groepje ganzen, spelend tussen de witte bloemen in de ondergaande zon. De kopjes staken overal tussen de bloemetjes uit.

Zo pittoresk de omgeving, zo ongeïnteresseerd de vis. Er werd voorzichtig genibbeld van een made op haakje 20, de swingtip werd af en toe gelift alsof die actie een enorme inspanning vergde. Elke poging om contact met de vis te zoeken bleef tevergeefs.
’t Is dat ik al zo lang met dit systeem vis en wéét wat ik kan vangen op goede dagen, anders had ik terstond alle vertrouwen in deze visserij verloren.

Samen met de stoel (omdat mijn rug het op het kistje toch wel érg te verduren kreeg) geeft het tafeltje mij toch wel een beetje het gevoel met een oudemannetjesvisserij bezig te zijn.
Volgende keer maar weer ‘s struinen. Een vliegenhengeltje mee, een lief vlokstokje of misschien wel de centrepin pakken….wie weet?

dinsdag 1 juni 2010

Roerloos


Vanavond, na het eten, nog even kunnen vissen. Mijn plek waar ik vorige week ben lekgestoken door de knutjes ziet er levenloos uit. Het voelt meteen niet goed.
Ik schiet wat hennep en kleine gekiemde mung-boontjes op m’n plek
Na zo’n 20 minuten later nog geen tikje op de swingtip gezien te hebben weet ik genoeg. De vis lijkt niet echt aan het azen.
Aan een andere zijde zie ik een zonnetje op de kant staan. Dat lonkt behoorlijk.
Wind op ’t kantje ook, mooi.
Als ik aankom blijkt het gras ter plekke uitbundig versierd te zijn met een bloementapijt. Een feestje om te zien.
Ook zie ik vis, maar alleen in het oppervlak zie ik brasem en karper zwemmen.
Naarmate de schemer meer vordert lijkt de vis actiever te gaan azen. Héél voorzichtige belletjes af en toe…
Mijn hoop neemt toe maar blijkt al snel tevergeefs. Ook deze avond beroert nog geen trilling de swingtip. Wat ís dat toch, de laatste tijd?
Vertrouwen en volharden, dat zal wel nodig zijn de komende dagen.
Ik schenk koffie in, steek een sigaar op en zie de ondergaande zon de plas in een laatste warm licht dompelen.
Ik zie een vliegvisser, die het ook moeilijk heeft hier. Maak een praatje en rijd naar huis. Tevreden wel.