maandag 11 april 2011

achteâh duh karpeâh aan!



Vanmôhgen in alle vroegtuh stond Ap voâh duh deur. (uit duh Haag dus)
Zondag, acht uur hadden we afgesproken.
Zal ik dan beneden klaarstaan?
Nei hoâh! Niet nodig. Misschien ben ik wel wat lateâhr. Ik bel wel als ik eâh ben!

Volgende ochtend: 07.37  (telefoon gaat over)...   Ik ben eâh al !


Shit, denk ik. Wat vroeg!

Ik laat mijn nog dampende en nét klaargemaakte havermout maar staan en loop naar beneden.
Leuk om Ap weer te zien (het was al een tijdje geleden dat we samen visten). In de auto, op weg naar de kop van Noord-Holland, praten we wat bij. We drinken koffie en komen niet lang daarna bij ons water aan. Het huisvest prachtige en sterke karpers.
Ap is hier vaker geweest. Met is mijn eerste keer hier.

Net voordat we beginnen onmoeten we Peter, ook van het lichtervissenforum. Hij is hier al vanaf 05.00 bezig maar heeft, net als de voorgaande dagen, niet kunnen vangen. Houd de moed er in Peter! Het succes gaat zeker weer komen. Misschien de avonden eens proberen daar?

Gisteren vernam ik al dat mijn lichte vlokhengel met 14/00 hier echt te licht zou zijn; de vissen zouden ge-hákt maken van mijn fijne lijntje. Nou heb ik best al wat karpers gevangen aan lijntjes van 10-14/00 maar dit klopte wel!
De vissen zagen er niet alleen mooie en gezond uit (polaroidbril) maar lagen goed verpakt in brede rietkragen te zonnen. Een pondshengeltje met 22/00 zou hier dan toch méér op z'n plaats zijn.

Na zo'n 10 voerplekjes gemaakt en gemarkeerd te hebben, viste ik die daarna weer zorgvuldig af.
Tijgeren, noemden we dat altijd; zéér langzaam en behoedzaam het water naderen. Geen snelle en onverwachte bewegingen maken en uiterst behoedzaam je voeten neerzetten op de zachte bodem.  Dat laatste was vandaag des te meer nodig omdat we dwars door een enorm schapengebied liepen. Overal  sprongen en huppelden lammetjes in het rond. Sommige brutaaltjes kwamen zelfs even kijken naar "de man met de hengel."
                                             wat doet u daar, mijnheer?

Ik tijger ondertussen weer verder, laverend tussen enorme hoeveelheden schapepoep en over een wat ongelijke kant voel ik mij vandaag een licht gehandicapte tijger; het valt niet mee de karpers niet te verstoren en meermalen zie ik dan ook een stofwolkje ontstaan en een fraaie streep. Betrapt!
Ook merk ik dat karpers zich langzaam laten zakken. Je ziet ze nauwelijks maar zij jou des te meer.
Alle trillingen worden opgevangen en deze karpers zijn gevoeliger dan ik in tijden heb meegemaakt.

Uiteindelijk weet ik zo behoedzaam een plekjes te benaderen waar de kaper aan het azen is. Ik zie de rug, de langzaam walmende staart en voel het hart in mijn keel kloppen; gaat het dan nu gebeuren?
Voorzichtig, een paar meter over de karper heen, werp ik mijn haak, beaasd met zo'n 10 maden. Alleen een héél klein drijfwakertje siert de lijn. Géén dobbers of lood op zulk ondiep water. Simpel en subtiel.

Heel voorzichtig draai ik de lijn in tot het dotje maden vlak in de buurt van de karper is. Even later begint het wakertje te draaien en loopt weg, ik tik...  het water explodeert!  Mijn hengel kromt zich prachtig en veert even later met een snelle beweging terug. Een grote schub zit aan de haak als stille getuige.
Ik  baal eventjes maar niet lang. 't Is mooi genoeg om hier te mogen vissen.


                                
                                        een klein souvenir...

Ap leent mij genereus zijn allereerste en inmiddels zeer fraai gerestaureerde Karperstokje; een Shakespeare wondercast. Ontzettend leuk om hier eens mee te mogen vissen!

De  karpeâh's blijven ons de hele dag plagen. Lekker lui in de zon blijven ze liggen. Eten hó maar! Beide vangen we nog een brasem. De mijne is zó sloom dat íe zelfs blijft liggen voor de foto; vooruit dan maar!

                                               huh?!?!


Al met al een héle gezellige dag waarbij de vangsten helaas uitblijven.

Tegen de avond worden frisser en rond zevenen gaat Ap weer op huis aan. Ook al zet íe mij bij de deur af, toch schalt al bij het binnenrijden van Amsterdam het volgende al lied uit de autoradio:

Ik zou best nog wel een keertje net als vroeger in Moerwijk willen wonen
Na het eten een partijtje voetbal in de tuin, de ouders langs de lijn
In December met de hele buurt op jacht om kerstbomen te rausen
Op oudjaarsavond fikkie stoken, vooral die autobanden rookten fijn

Ik zou best nog wel een keertje met die ouwe naar ADO willen kijken
In het Zuiderpark, de lange zij, een warme worst, supporters om je heen
Lekker kankeren op Theo van der Burgh en die lange van Vianen
Want bij elke lage bal dan dook die eikel er steevast overheen

Oh, oh, Den Haag, mooie stad achter de duinen
De Schilderswijk, Lange Poten en het Plein
Oh, oh, Den Haag, ik zou met niemand willen ruilen
Meteen gaan huilen, als ik geen Hagenees zou zijn

Ik zou best nog wel een keertje net als vroeger een nachie willen stappen
Op mijn Puch een wijfie halen en daarna dansen in de Marathon
Na afloop op het Rijswijkse Plein een harinkie gaan happen
De dag daarna een kater dus naar Scheveningen, lekker bakken in de zon

Oh, oh, Den Haag, mooie stad achter de duinen
De Schilderswijk, Lange Poten en het Plein
Oh, oh, Den Haag, ik zou met niemand willen ruilen
Meteen gaan huilen, als ik geen Hagenees zou zijn

Ik zou best nog wel een keertje... ach, wat leg ik toch te dromen
Want Den Haag is door de jaren zo veranderd, voor mij toch veel te vlug. ..
Dat Nieuw Babylon, moest dat er trouwens eigenlijk nou wel zo nodig komen?
Zo komt die ooievaar op de Vijverberg dus never-nooit meer terug

Oh, oh, Den Haag, mooie stad achter de duinen
De Schilderswijk, Lange Poten en het Plein
Oh, oh, Den Haag, ik zou met niemand willen ruilen
Meteen gaan huilen, als ik geen Hagenees zou zijn

                                                                           (Harry Jekkers) 

Ap, bedankt voor weer een tópdag. Heb er van genoten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten