dinsdag 15 juni 2010

Verhalen over falen...




En zondagochtend wéér zo’n ochtend. Vroeg op. Rond zessen meen ik.
Dit keer heb ik er niets voor gedaan, geen wekker of niks. Samen met de vogeltjes word ik wakker. Nou ja…zij zijn altijd iéts eerder.

Terug naar “the scene of the crime”. I want a revenge! Vrij moeiteloos sta ik op. Iets wat rustig bijzonder genoemd mag worden. Ik ben bepaald geen ochtendmens en stá ik op dan ben ik meestal “a slow starter” zoals dat zo fraai heet.

Vissen is bijzonder. Sinds mijn vroege jeugd kan ik me herinneren dat ik opstond op tijden als half drie en dan een uurtje (of meer) fietste naar een plek waar het volgens mij die ochtend zou gaan gebeuren. Ik denk dat daarin het geheim schuilt van het kunnen opstaan en zelfs dat “vanzelf” wakker worden; de verwachting.

En al-tijd gebéurt ’t ook… al-tijd weer! Is het niet een mysterieus mistgordijn wat over de velden hangt, dan is het wel de reiger die pal voor je op het fietspad landt en geschrokken en krassend een doorstart maakt zodra ‘ie z’n fout bemerkt. In die dromerige ochtenden zag ik egeltjes rondscharrelen, een verdwaald hert in een buitenwijk en méér dan eens de raarste diersoort van allemaal; hevig slingerend na een feestje of verjaardag; mummelend in zichzelf of luidkeels brallend, al naar gelang de aard en stemming van het beestje.

Maar niet deze ochtend. Nóg niet althans.

Héél anders dan gisteren. Het is stil. Geen bellen en geen zuchtje wind. Ik vervang acuut mijn swingtip voor de lichtste die er is van deze lengte. Ook 50 cm maar véél dunner; een ragfijn grafiettipje. Het kan het verschil uitmaken nu.
Maar niet na eerst wat hennep en gekiemde mung (het taugéboontje) op mijn voerplek geschoten te hebben. Ook gaat er een handje vlak voor de paaltjes aan mijn voeten. Verder heb ik mij van tevoren al vergewist dat ik toch écht ditmaal ’t aas bij me heb; wormen ditmaal. Rood, gestreept, springerig en…eigen kweek!

Ditmaal liggen er wat meer slakjes en die krijgen de eer om het spits af te bijten.
De vis haalt ongeïnteresseerd zijn neus op lijkt het; ik zie weinig leven in de tip.

Vanuit mijn rechterooghoek zie ik echter een bellenspoor aankomen. Op de plek voor de paaltjes lijkt het even later alsof er een doos bruistabletten is afgezonken. Ook zie ik het water beginnen te walmen. Een flinke stofzuiger met “staartventilator” staat daar beneden te werken! Mijn hartslag gaat iets omhoog en ik haal, zéér langzaam bewegend de hengel iets zijwaarts omhoog en draai rustig de lijn binnen.
Geen geplons als het 5 grams wartelloodje door het wateroppervlak snijdt. Heel kalm om de azende vis niet te verstoren. Zelfs mijn bewegingen beperk ik tot het minimum en dan ook nog een zéér vertraagd.

Ik laat de swingtip zitten maar verwijder de montage met loodjes en siliconeslang en knoop snel de haak weer aan de lijn. Niéts overtolligs. Kale haak & twee grote wormen verdwijnen langzaam wegzinkend onder ’t oppervlak. De lijn tussen startoog en molen trek ik een centimeter of 70 opzij. Lichtjes tussen de vingers en wachtend op wat komen gaat...

Lang duurt het allemaal niet. Een minuut ternauwernood voor de lijn zonder enige aarzeling tussen mijn vingers wordt weggegist en de lijn strakloopt.
Misslaan is bijna onmogelijk hier, zodat ik enige tellen later met een hoepelronde hengel sta. Nog enige doosjes bruistabletten worden opengetrokken en de lijn snijdt strak door het wateroppervlak, van de kant weg. Goed zo! Zoek het midden maar op visje!

Een aantal meters scheurt de vis weg. Een flink bellenspoor in zijn – of haar – kielzog achterlatend. Helaas is dat niet het enige wat de vis achterlaat; na een aantal meters schiet de haakknoop los en veert de hengel terug...... terug naar af!
Ik ben verbijsterd als ik de achtergebleven lijn bekijk. Ik kan nog zien waar de haak heeft gezeten.
Ik zet een nieuwe haak aan, maak de lijn nat en trek rustig aan. pats! Ook de volgende knopen breken té gemakkelijk of glijden onder druk weer van de haak. Dit kan niet de bedoeling zijn. Nou is 12,5/00 en 0,8 trekkracht weinig, maar er is niks over aan reserve. En nee, ik heb een verse lijn.
Ik probeer een andere knoop (de Palomar i.p.v. de kunstaasknoop). Die is wel sterker en slipt niet maar breekt ook te snel.
Hier moet ik iets mee. Later. Ik heb wel een reservespoel maar die bevat dezelfde lijn dus da’s geen optie!

Dan vis ik verder en haak na enige tijd nog een karper. Een paar minuten weet ik ‘m bezig te houden voor ‘ie ook, net als gisterochtend, de takken links van me induikt.
Hier is niets meer te redden; wéér breekt de lijn.

Ondanks het falen en de gebroken lijnen is mijn humeur allerminst gebroken. Ik kom terug!

2 opmerkingen:

  1. Je bent een taaie Ben.
    Maar ik zou nu toch echt er voor gaan zorgen dat je die bakbeesten eens binnenhaalt i.p.v elke keer te verliezen door materiaal. Ik zou nu toch echt voor wat zwaarder kiezen.Zeker gezien de takken waar je het over hebt...

    Succes,
    Dale

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank je, Dale. Leuk dat je een reactie achterlaat hier! Ik héb er al iets aan gedaan (die lijn) en over dat zwaarder vissen...daar kom ik in mijn stukjes nog wel op terug!

    BeantwoordenVerwijderen