woensdag 29 september 2010

Herfstgeuren en de Baarzenboot....



Een héél lichte regennevel filtert het eerste allereerste daglicht. Zelfs het felle schijnsel van de nieuwe straatlantaarns wordt op aangename wijze verstrooid - net of er kleine wolkjes van licht omheen cirkelen.
De lucht voelt zacht aan. Nog wel...nóg wel.....

Wat is het heerlijk om op weg te zijn naar het viswater in de zeer vroege ochtend!

Toch is duidelijk aan alles te merken dat de herfst is binnengeslopen; de dagen worden merkbaar korter en het aantal blaadjes dat aan het wegdek kleeft is teveel geworden om te kunnen negeren.
En hoe graag doe ik dat; negeren. De zomer zo nog een béétje uitrekken…
Een tijdje lukt dat nog wel; als ik de eerste blaadjes zie misleid ik mijzelf en denk iets als “mmm, maandagochtendexemplaar?"  of  "hé, een zomerstormpje?". Maar dan later – als de aantallen komen en steeds meer exemplaren door de lucht naar beneden dwarrelen - duurt het niet lang meer voor ik mij gewonnen geef. Het is herfst!
Als ik de Amsterdamse herfstlucht opsnuif realiseer ik me echter plotseling dat er iets ontbreekt...

Die lucht! Die scherpe en tegelijkertijd zoete geur. Verrotting ook - en rubber. Maar op een aangename manier.
Ineens. Sterk. Overheersend. En onontkoombaar.
Zó ruikt de herfst. Dacht ik.  Echt! Ik dacht werkelijk dat dát de geur van de herfst was!

Totdat, ik op een mooie herfstdag eens terug ging naar mijn geboortestad. Zodra ik de trein uitstapte raakte de geur mij en sloeg mij emotioneel bijna tegen de vlakte; HERFST!
In een razendsnelle stroom kwamen allerlei herinneringen voorbij. Geur is immers een van de meest directe prikkels voor ons brein. Het maakt vrijwel meteen iets los. De filtering van het denken hoeft er niet meer overheen. Het is een oer-iets.
Na mijn aanvankelijk eerste verwarring viel toen het muntje. Nu nóg kan ik me erover verbazen hoe lang dat heeft geduurd.
Wist ik veel... 
Vanaf mijn vroegste jeugd en gedurende mijn hele verdere leven had deze geur voor mij het begin van de herfst betekend. Ergens, heel vroeg in mijn bestaan, had mijn brein die link gemaakt en nooit meer was er aanleiding geweest om die koppeling ter discussie te stellen.
Nu begreep ik pas dat wat ik rook niets meer of minder was dan de geur van de suikerbietencampagne.
Soms is een nieuw inzicht leuk. Vaak verhelderend. Maar ook, zo blijkt, kan het iets wegnemen. Een bepaalde charme misschien? Herfst zou nooit meer hetzelfde zijn.


En dan… plotseling zijn we terug in Amsterdam met haar suikerbietenvrije herfstlucht, haar gevallen blaadjes en door de regennevel gefilterde lantaarnlicht.
 Hoezeer ik ook besef dat dit soort ochtenden genoten dient te worden, de invulling die ik er gisteren aan gaf was minder romantisch dan het begin van dit stukje deed vermoeden; ik lag nog op één oor. 
Uitgeslapen ging ik later in ochtend naar de waterkant. Probeerde wat baarzen te verleiden langs de steigertjes bij het Nieuwe Meer, de sluis bij het IJsbaanpad, de brug bij de Olympiakade. Alles viste ik zorgvuldig af maar tevergeefs….het bleef angstvallig stil.

Op de terugweg naar huis kom ik langs een Haventje. Twee grote zandboten verwisselen van plekje en dat gaat met veel waterverplaatsing en geweld van de  schroeven gepaard; het water lijkt te koken. Deze kans kán ik niet voorbij laten gaan en ik parkeer de fiets opnieuw.
In de stroming gooi ik mijn shadje en vis geconcentreerd en vol nieuwe verwachting binnen. Eénmaal voel ik geknabbel en haak ik een baarsje dat een paar seconden later losschiet. Het zou de laatste kans zijn van vandaag.
Als mijn fietsbanden een tijdje later weer naar huis sissen over het donkernatte asfalt heb ik, op mijn manier, toch van de Amsterdamse herfstlucht genoten.



1 opmerking: